In 1922 ging Kandinsky in op het aanbod van Walter Gropius, aan het Bauhaus onderwijs te geven. Hij verbond de leerschool met intensieve theoretische werkgelegenheid en liet in 1926 op zijn beroemd boek "Über das Geistige in der Kunst" (1911) met "Punkt und Linie zu Fläche", het 9e deel van de Bauhaus-geschriften, nog een ander volgen.
Daarin licht hij op meer dan 200 pagina's de grondbeginselen van zijn schilderkunst toe en zet hij zijn logica van de kleuren en vormen uiteen, waarin bijvoorbeeld het blauw aan de cirkel, het geel aan de scherphoekige driehoek en het rood aan het vierkant toegewezen is. Kandinsky's synesthetisch systeem gaat ver boven deze eenvoudige basisvormen uit en integreert lijnvormen en zelfs geassocieerde klanken en geuren in zijn fijn vertakte kunst- en tijdhistorische argumentatie. Het hier aangeboden werk uit het jaar 1925 toont bijna voorbeeldig zijn ideeën rond de harmonie van kleuren en vormen.
Origineel: 1925, olie op doek, 128 x 201,5 cm (h/b). Schenking Nina Kandinsky, 1976, Centre Georges Pompidou, Parijs, Musée National d'Art Moderne.
Qua kleur briljante Fine Art Giclée op katoenen doek op spieraam. Ingelijst in waardevolle, massief houten lijst met zilveren schaduwvoeglijst. Gelimiteerde oplage 499 exemplaren, aan de keerzijde genummerd certificaat. Formaat ingelijst ca. 50 x 79 cm (h/b).